Hoe te werken met pastelkleuren

Schrijver: Eugene Taylor
Datum Van Creatie: 9 Augustus 2021
Updatedatum: 1 Juli- 2024
Anonim
A Beginner’s Guide to Soft Pastels
Video: A Beginner’s Guide to Soft Pastels

Inhoud

Pastel is een pigment gemengd met een basis. Traditioneel werd krijt als basis gebruikt, maar nu kan het worden vervangen door modernere materialen. Met pastelkleuren kun je gelaagde illustraties maken en kleuren subtiel mengen om gedempte tinten te creëren. Veel bekende kunstenaars, waaronder Manet, Degas en Renoir, werkten bij voorkeur in deze techniek.

Stappen

  1. 1 Keuze uit pastelkleuren.
    • Koop een kleine set. Je kunt een set pastelkleuren kopen met twaalf kleuren kleurpotloden. Dit is voldoende voor de meeste kunstwerken. U kunt een specifiek palet kiezen, zoals aardetinten of grijstinten.
    • Zachte pastelkrijtjes zijn beter voor bevedering, terwijl harde kleurpotloden handig zijn voor het tekenen van details. Je kunt ook pastelpotloden kopen om fijne lijntjes te tekenen.
  2. 2 Werk op speciaal pastelpapier of schildersoppervlak. U hebt papier nodig met een "gekartelde" textuur die het pigment vasthoudt en vasthoudt. De meeste kunstwinkels bieden speciale pastelpapieren aan. Daarnaast is een houtskoolschuurmachine, canvas of zelfs fijnkorrelig schuurpapier geschikt voor deze doeleinden.
  3. 3 Koop papieren sticks voor schaduw en een zeurgum om overtollig pigment te verwijderen.
    • Stoofstokjes zijn cilinders gemaakt van meerlaags papier. Gebruik deze pasteltinten om je handen schoon te houden. Meng het pigment niet met uw vingers. Als het oppervlak van de stick vuil wordt, verwijder dan de bovenste laag papier.
    • Kneed de gum met je vingers tot hij zacht wordt en druk hem vervolgens tegen de tekening waar je het pigment wilt verwijderen. Maak de gum schoon door hem uit te rekken en te kneden. Probeer overtollig pigment niet te verwijderen door het eraf te wrijven met een gum.
  4. 4 Schets het. Schets dun met potlood of schets met hard pastelkrijt.
  5. 5 Ga van donker naar licht. Begin met de donkerste kleur en schilder over de delen van de tekening waar je deze kleur wilt toepassen. Werk dan met de volgende sterkste kleur. Ga geleidelijk naar lichtere kleuren en vul alle delen van de tekening in, pastelkleuren in verschillende lagen aanbrengen en het pigment in de schaduw stellen.
  6. 6 Verwijder pastelstof zo vaak mogelijk van je werk. Het is niet nodig om het stof af te blazen, omdat hierdoor onvermijdelijk een deel van het stof wordt ingeademd en dit kan de luchtwegen irriteren. Als u een verhoogde luchtweggevoeligheid heeft, draag dan een masker tijdens het werken met pastelkleuren.
    • Werk je op een horizontaal oppervlak, neem je werk dan mee naar buiten en laat het stof van de tekening vallen.
    • Als u op een ezel werkt, zal er stof op de vloer morsen. Zo blijft je werk schoon, maar zul je na het schilderen wel de vloer moeten dweilen. U kunt proberen de vloer onder de ezel te bedekken met een speciale stof om de vloer te beschermen.
  7. 7 Zorg voor de netheid van uw handen. Veeg uw handen af ​​met vochtige doekjes of gebruik handschoenen om te voorkomen dat pigment zich op uw huid ophoopt. Vuile pigmenten op je handen kunnen ervoor zorgen dat je tekening er rommelig uitziet, vooral als je pastelkleuren met je vingers mengt.
  8. 8 Reinig elk kleurpotlood na gebruik. Gebruik een droge of papieren handdoek om eventuele andere kleurpigmenten van het krijt te verwijderen die op het krijt van je tekening zijn gekomen. Je kunt je kleurpotloden ook schoon houden door ze in droge rijstkorrels te bewaren.
  9. 9 Spuit de voltooide tekening in met een speciaal fixeermiddel zodat het pigment niet uitsmeert of afbrokkelt. Houd er rekening mee dat het fixeermiddel behoorlijk giftig is, dus zorg ervoor dat u de aanwijzingen precies opvolgt wanneer u ermee werkt.
    • Als alternatief kunt u een fixeermiddel gebruiken om afzonderlijke pigmentlagen te fixeren. Dit zal je helpen om een ​​nieuwe laag te beginnen, terwijl je het pigment niet vermengt met de pastelkleuren die onder de laag zijn aangebracht.
    • Als u uw werk moet verplaatsen voordat u het repareert, of als u besluit uw tekening helemaal niet te repareren, plaatst u uw werk tussen twee vellen niet-zuur transparant papier. Veel kunstenaars doen het liever zonder fixeermiddel omdat het de kleuren van het werk verandert.

Tips

  • Druk niet te hard op het krijt, anders krijgt de afbeelding een wazige vlek.
  • Werken met pastels wordt schilderen genoemd als het hele oppervlak bedekt is met pastels. Anders zou het werk pastelafbeeldingen moeten worden genoemd.
  • Plaats elk kleurpotlood in een aparte container.

Waarschuwingen

  • Als je warme en koele kleuren mengt, ziet je werk er slordig uit.

Wat heb je nodig

  • Pastelkleurpotloden of potloden
  • Pastel tekenpapier, canvas of speciaal schuurpapier
  • Stokken om te stoven
  • Rubberen gum
  • Natte doekjes of handschoenen
  • Handdoek
  • Stof voor vloerbescherming
  • Rijst
  • Ezel
  • Fixatief of transparant zuurvrij papier.